Algemene voorwaarden

Van de vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland voor het verpompen van betonmortel Conform laatstelijk gedeponeerde versie ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage.

 

Art. 1 – Definities
Het Pompbedrijf: het betonpompbedrijf dat het verrichten van pompdiensten aanbiedt respectievelijk overeengekomen is pompdiensten te verrichten. De opdrachtgever: wederpartij van het Pompbedrijf. De pompdiensten: het met behulp van één of meer pompen met bijbehorende leidingen transporteren van betonmortel over de afstand tussen enerzijds het voertuig of betonmortelproducerende werktuig dan wel silo of ontvangstbak waaruit die betonmortel ter plaatse van het werk wordt gelost en anderzijds de plaats op het werk, waar die betonmortel verwerkt moet worden.

Art. 2 – Toepasselijkheid der voorwaarden
a. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen door het Pompbedrijf en op door het Pompbedrijf gesloten overeenkomsten tot het verrichten van pompdiensten. Algemene voorwaarden van (potentiële) opdrachtgevers van het Pompbedrijf zijn niet toepasselijk – ook niet naast de onderhavige algemene voorwaarden – en mogelijke toepasselijkheid daarvan wordt hierbij uitdrukkelijk uitgesloten.
b. Afwijkingen of aanvullingen op deze algemene voorwaarden binden het Pompbedrijf slechts voor zover deze uitdrukkelijk schriftelijk met het Pompbedrijf zijn overeengekomen; behoudens dergelijke afwijkingen en/of aanvullingen blijven deze algemene voorwaarden voor het overige van kracht.

Art. 3 – Totstandkoming overeenkomst
a. Schriftelijke offertes van het Pompbedrijf zijn vrijblijvend, tenzij daarin uitdrukkelijk anders is bepaald.
b. Wanneer het Pompbedrijf geen schriftelijke offerte heeft uitgebracht komt een overeenkomst eerst tot stand door een schriftelijke orderbevestiging van het Pompbedrijf of doordat het Pompbedrijf een aanvang maakt met de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden.

Art. 4 – Uitvoeringstijd
a. De pompdiensten worden door het Pompbedrijf in zijn normale werktijden verricht op afroep door of namens Opdrachtgever, welke dient te geschieden na overleg met het Pompbedrijf over de uitvoeringstijdstippen. Het Pompbedrijf is niet verplicht gevolg te geven aan een afroep, die geschiedt zonder voorafgaand overleg met het Pompbedrijf.
b. Onder afroep wordt mede verstaan een wijziging in een reeds gedane afroep.
c. Het Pompbedrijf zal naar beste vermogen ernaar streven de pompdiensten te verrichten op de afgesproken uitvoeringstijdstippen, doch het is ter zake van het niet aanhouden van die tijdstippen niet aansprakelijk voor enige daaruit voortvloeiende schade van de Opdrachtgever of van derden.
d. Indien een Opdrachtgever een afroep ongedaan maakt op een tijdstip gelegen later dan 2 x 24 uur voorafgaand aan het tijdstip waartegen de afroep is gedaan is Opdrachtgever voor alle uit deze tardieve annulering voortvloeiende kosten en schade jegens het Pompbedrijf aansprakelijk.
e. Wanneer bij de aanvoer en/of opstelling van de pomp(en), de aanvoer en/of aanleg van de leidingen dan wel bij het demonteren en/of het wegvoeren van de pomp(en) en leidingen enige niet aan het Pompbedrijf toe te rekenen vertraging ontstaat, kan het Pompbedrijf aan Opdrachtgever de daaruit voortvloeiende kosten en schade in rekening brengen. Opdrachtgever is de meerkosten, verbonden aan het ingevolge het verzoek van Opdrachtgever verrichten van pompdiensten buiten de normale werktijden van het Pompbedrijf, als bepaald door het Pompbedrijf, verschuldigd.

Art. 5 – Uitvoeringswijze
a. Opdrachtgever dient er voor te zorgen dat elke pomp kan worden opgesteld op een goed bereikbare en berijdbare, veilige plaats, zulks ter beoordeling van het Pompbedrijf en binnen het bereik van een goed functionerende drinkwateraansluiting met een diameter van 18 mm. Opdrachtgever dient ervoor te zorgen dat de leidingen tussen pomp en stortplaats tijdig op de vereiste wijze gelegd kunnen worden en niet aan gevaar van beschadiging bloot staan.
b. Opdrachtgever dient, in overeenstemming met het tussen partijen terzake overeengekomene, kosteloos en in voldoende mate hulp te verstrekken bij het opstellen van de pomp(en), het in overleg met het Pompbedrijf leggen van de leidingen, het uitvoeren van de pompdiensten en het verwijderen en schoonmaken van pomp(en) en leidingen, waarbij het Pompbedrijf door Opdrachtgever wordt gevrijwaard van alle aansprakelijkheid voor handelingen van het door Opdrachtgever beschikbaar gestelde personeel. Bedoelde hulp omvat in het bijzonder:
1. het ter beschikking stellen van hulpwerkkrachten, van hef-, transport- en ander nodig materieel;
2. het er voor zorgdragen dat de opstelling van de pomp(en) kan geschieden op een verkeersveilige plaats en dat eventueel vereiste vergunningen van de overheid of van derden verkregen zijn;
3. het er voor zorgdragen dat de nodige bijkomende werkzaamheden tijdig en deugdelijk worden verricht en wel in het bijzonder: het maken en aanbrengen van ondersteuningsconstructies voor de leidingen, beugels daarvoor, loopbruggen, klimconstructies e.d.;
4. het er voor zorgdragen dat bij de aanvang van het stort voldoende smeerbed beschikbaar wordt gesteld, zodat storingsvrij gepompt kan worden. Afhankelijk van de leidinglengte of van de leidingdiameter kan per pomp 1 m³ smeerbed worden verlangd.
c. Opdrachtgever dient de door de betonpompmachinist van het Pompbedrijf ingevulde formulieren, vermeldende gegevens over de werktijden, verpompte hoeveelheden, pompafstand en -hoogte desgevraagd te ondertekenen voor akkoord.
d. Opdrachtgever dient er voor zorg te dragen dat de te verpompen betonmortel wordt geleverd volgens de norm NEN 3502: “Levering van beton door betonmortelbedrijven” en niet afwijkt van de samenstelling waarmee het Pompbedrijf zich van tevoren akkoord heeft verklaard.
e. Eventuele wijzigingen in de samenstelling dienen tijdig aan het Pompbedrijf te worden kenbaar gemaakt, waarbij het Pompbedrijf zich het recht voorbehoudt om het verpompen van betonmortel van afwijkende samenstelling te weigeren, dan wel om hiervoor aparte toeslagen in rekening te brengen.
f. De schade geleden door het Pompbedrijf en/of derden doordat de betonmortel afwijkt van de te voren opgegeven samenstelling, en/of doordat het Pompbedrijf weigert afwijkende mortel (verder) te verpompen, is voor rekening van Opdrachtgever.

Art. 6 – Prijzen
a. Indien na de totstandkoming van de overeenkomst wijzigingen optreden in de materiaalprijzen, salarissen, sociale lasten. vervoerskosten, belastingen enz. is het Pompbedrijf bevoegd de tarieven daaraan aan te passen en voor de te verrichten werkzaamheden de prijzen te berekenen aan de hand van de aldus aangepaste tarieven die ten spoedigste aan Opdrachtgever worden bekend gemaakt
b. Tenzij anders is overeengekomen zijn alle bedragen exclusief BTW en andere overheidsheffingen.
c. Als minimum hoeveelheid wordt in rekening gebracht 95% van de stortgrootte.

Art. 7 – Betaling
a. Tenzij anders is overeengekomen en onverminderd het recht om vooruitbetaling of betaling bij aflevering te verlangen indien het Pompbedrijf daartoe aanleiding ziet, geschiedt betaling binnen 30 dagen na datum van de desbetreffende factuur. Het Pompbedrijf is bevoegd een kredietbeperkingstoeslag van ten hoogste 3% in rekening te brengen wanneer Opdrachtgever niet binnen 30 dagen betaalt, zulks onverminderd de verschuldigdheid door Opdrachtgever van rente zoals hierna onder
b. bepaald, na ommekomst van deze 30 dagen. b. Bij niet tijdige betaling raakt Opdrachtgever, zonder dat een ingebrekestelling of aanmaning nodig is, in verzuim en is hij over het achterstallige bedrag een direct opeisbare rente van 1,25% per maand verschuldigd. Een gedeelte van een maand geldt in dit verband als een hele maand. Het Pompbedrijf mag voorts, voor zover het de pompdiensten nog niet heeft verricht, de uitvoering daarvan opschorten of de overeenkomst naar zijn keuze geheel of gedeeltelijk door middel van een schriftelijke verklaring ontbinden totdat volledige betaling van het achterstallige bedrag is ontvangen, zulks onverminderd zijn recht op schadevergoeding. Alle kosten, die voor het Pompbedrijf verbonden zijn aan de inning van hetgeen Opdrachtgever aan het Pompbedrijf verschuldigd is komen voor rekening van Opdrachtgever. De buitengerechtelijke kosten (waaronder mede is begrepen een redelijke vergoeding voor door het Pompbedrijf of zijn personeel aan de inning te besteden tijd) worden gesteld op 10% van de te incasseren hoofdsom, met een minimum van € 453,77.
c. Opdrachtgever verleent op eerste verzoek aan het Pompbedrijf, al dan niet aanvullende, zekerheid voor de betaling.
d. Hetgeen Opdrachtgever uit hoofde van de overeenkomst aan het Pompbedrijf verschuldigd is wordt ten volle direct opeisbaar in geval van: surséance van betaling of faillissement van Opdrachtgever of aanvraag daartoe, ondercuratelestelling of onderbewindstelling van Opdrachtgever, besluit van Opdrachtgever tot gehele of gedeeltelijke staking of overdracht van de onderneming, ontbinding van de vennootschap van Opdrachtgever, meer dan tweemaal niet-tijdige betaling door Opdrachtgever. In de gevallen van (aanvraag tot) surséance van betaling of faillissement is het Pompbedrijf bevoegd alle overeenkomsten met Opdrachtgever met onmiddellijke ingang te beëindigen wanneer deze niet binnen 8 kalenderdagen na een daartoe strekkend verzoek een naar het oordeel van het Pompbedrijf passende zekerheid voor al hetgeen Opdrachtgever aan het Pompbedrijf verschuldigd is en nog zal worden, heeft verstrekt, zulks onverminderd het recht van het Pompbedrijf op schadevergoeding.

Art. 8 – Overmacht
a. Het Pompbedrijf is niet gehouden de overeenkomst uit te voeren indien dit onmogelijk wordt gemaakt respectievelijk bemoeilijkt wordt door overmacht, waaronder verstaan wordt een buiten de macht van het Pompbedrijf gelegen, al dan niet voorzienbare omstandigheid, zoals: oorlog of daarop gelijkende situaties, oproer, sabotage, boycot, werkstaking, bezetting, blokkade, tekort aan grondstoffen, fabrieks- of vervoersstoringen van welke aard ook, machineschade, diefstal, zodanig ziekteverzuim van personeel van het Pompbedrijf dat de uitvoering van de overeenkomst ernstig wordt belemmerd, vorst, storm of ander onwerkbaar weer, tekortschieten van toeleveranciers, transporteurs en/of andere derden die door het Pompbedrijf ten behoeve van de uitvoering van de overeenkomst worden ingeschakeld, belemmerde scheepvaart, maatregelen van de overheid die een belemmering opleveren, natuurrampen.
b. Het Pompbedrijf is bevoegd de overeenkomst in geval van overmacht te ontbinden. Deze ontbindingsbevoegdheid komt het Pompbedrijf ook toe in geval van tijdelijke overmacht.

Art. 9 – Aansprakelijkheid voor schade
a. Het Pompbedrijf is niet aansprakelijk ter zake van de verwerkbaarheid en de kwaliteit van de verpompte betonmortel.
b. Het Pompbedrijf is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van verkeerde respectievelijk ondeskundige bediening van de stortbuis en hulpstukken door personeel van Opdrachtgever.
c. Indien het verpompen van betonmortel plaatsvindt bij hoge temperaturen of bij temperaturen beneden het vriespunt is het Pompbedrijf niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van stagnaties van welke aard ook, noch voor de gevolgen van eventuele voortijdige beëindiging van het stort.
d. Voor schade uit of in verband met het verrichten van pompdiensten is het Pompbedrijf jegens Opdrachtgever slechts aansprakelijk indien en voor zover Opdrachtgever onomstotelijk heeft aangetoond dat deze schade het gevolg is van een omstandigheid of gebeurtenis waarvoor het Pompbedrijf rechtens aansprakelijk kan worden gehouden.
e. Schade voor zover bestaande uit gederfde winst of verminderde opbrengst, komt in geen geval voor vergoeding in aanmerking.
f. Andere schade dan onder d. bedoeld wordt vergoed tot de nettofactuurwaarde -(zijnde de brutofactuurwaarde minus de BTW en eventuele andere overheidsheffingen)- van de ingevolge een afroep verrichte pompdiensten, waarmee de schade verband houdt. Deze vergoeding geldt voor alle schadegevallen tezamen die uit de uitvoering van deze pompdiensten voortvloeien.
g. Onverminderd het in de vorige leden bepaalde komt alleen voor vergoeding in aanmerking schade die binnen 2 x 24 uur na het verrichten van de pompdiensten schriftelijk aan het Pompbedrijf is gemeld. Gaat het om schade die niet bij nauwgezette keuring direct na het verrichten van de pompdiensten kon worden ontdekt dan komt voor vergoeding in aanmerking schade die binnen 2 x 24 uur na ontdekking wordt gemeld, onverminderd het bepaalde hierna onder i.
h. Op straffe van algeheel verval van het recht op schadevergoeding wordt het Pompbedrijf alle gewenste medewerking verleend bij zijn onderzoek naar oorzaak, aard en omvang van de schade waarvoor een vergoeding wordt gevorderd.
i. Rechtsvorderingen ter zake van schade vervallen binnen 6 maanden na het verrichten van de pompdiensten.
j. Verrekening met niet door het Pompbedrijf erkende of niet onherroepelijk in rechte vastgestelde schadevorderingen is niet toegestaan.
k. Opdrachtgever vrijwaart het Pompbedrijf tegen vorderingen uit welke hoofde ook van derden, die stellen schade te hebben geleden ten gevolge van door het Pompbedrijf ten behoeve van Opdrachtgever verrichte diensten, behoudens voor zover Opdrachtgever aantoont dat het Pompbedrijf in verhouding tot Opdrachtgever voor die schade aansprakelijk is te houden en deze aan Opdrachtgever heeft te vergoeden.

Art. 10 – Schade aan pompmaterieel
a. Opdrachtgever is aansprakelijk voor de schade welke bij of in direct verband met het verpompen van betonmortel is ontstaan aan de daartoe door het Pompbedrijf gebezigde pompen en leidingen, tenzij Opdrachtgever bewijst dat het ontstaan van de schade niet aan hem kan worden toegerekend omdat deze niet het gevolg is van schuld van hem of van zijn personeel, noch krachtens de wet of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Wanneer de schade is opgetreden ten gevolge van de kwaliteit van de verpompte betonmortel of ten gevolge van handelingen van personen die Opdrachtgever te zijner behoeve heeft ingeschakeld, dan komt bedoelde schade steeds voor rekening van Opdrachtgever.
b. Opdrachtgever staat er voor in dat er geen schade ontstaat aan het voertuig en overig materieel van het Pompbedrijf gedurende de tijd dat dit in verband met de uitvoering van de overeenkomst op het bouwterrein aanwezig is. Opdrachtgever is niet aansprakelijk indien en voor zover de schade ontstaan is ten gevolge van schuld van het Pompbedrijf en van zijn personeel en/of ten gevolge van gebreken in het door het Pompbedrijf gebruikte materieel. De bewijslast terzake rust op de Opdrachtgever.

Art. 11 – Bevoegde rechter
Van eventuele geschillen neemt in eerste aanleg kennis de rechter binnen wiens rechtsgebied het Pompbedrijf is gevestigd, zulks onverminderd het recht van het Pompbedrijf zich te wenden tot een andere op grond van de wet bevoegde rechter. Ingeval de vordering tot de competentie van de Kantonrechter behoort, gelden de wettelijke bevoegdheidsregels. Desgewenst kunnen partijen overeenkomen het geschil door arbitrage te doen beslechten. Op alle offertes van en overeenkomsten met het Pompbedrijf is Nederlands recht van toepassing.